Hoekschewaards dialect

Het dialectenwoordenboek Hoekschewaards bevat 168 woorden, 10 gezegden en 3 opmerkingen. Leuk om te lezen en na te spreken. Ik vond er veel herkenbaar, maar miste ook een hoop begrippen waar echte Hoeksche Waarders over spraken, zoals bijvoorbeeld teruguit.

10 Hoekschewaardse gezegden

Als ergens veel behoefte aan is, is het vaak slecht te krijgen Ast brij reegent heb iederêên een lepel nôôdig
De kans voorbij laten gaan D’n haering over ’t hôôd gezaaild
de schapen staan allemaal in de wei de schaepen stien almal in de wie
de wegen komen allemaal bij elkaar de wegn kommn al bei ker
Heb je slaap? Hejje vaak?
Het glimt/glanst heel erg ’t Glimt as ’n hondekullechie in de maneschijn
Ik ben alleen thuis Ik heb het hok ruim
Ik ben even weg ik ben ff den hort op
Op dit moment geen zin in werken Hij hetten Baaierlander gezien
zit niet zo te wiebelen/woelen zit niet zo te jakken

168 Hoekschewaardse woorden

’s Gravendeel ’s Graevendêêl; inwoners zijn seuters
aalbessen ellebesse
aardappel errepel
aardappelen errepels
aardbeien errebeze
anders anderster
arbeider errebaaier
Arie aai
Arie ooi
Beestje Bêêsie
beetje bietjie
Bekken (muziek) Dessel
bijna bekant
Blaakschedijk d’n Blaek. Inwoners zijn Blaekse Katte
Bleek Blaaik
Bliksem – Weerlicht Viere of Vure
Bloemetje Blommegie
boter butter
breiwol sêêt
brutaal onstrant
daar gunter
Daar Gunterweit
Daar heen / die kant op Gun op
dagje daechie
dakgoot dakgeut
dakkapel kappeluif
de d’n
de suikerfabriek de pêêfebriek
De Wacht De Wacht. Inwoners zijn koffieleuters
Deksel Dessel
Deze Deuze
dichtbij duchtbij, int voorste
dijk daaik
Dijk Stoep
dijk diek
Door Deur
dorp durp
drempel durrepel
Dubbel Dobbelt
Echt waar Echies
eg grubber
Ei Aai
er naasr dur neffe
erf wurft
Erf Wurf of wurft
Erf/achtertuin Blaeik
even hortie
gebeurt beur
geërfd georven
geruild gerolen
gevraagd gevrogen
gierig slij
gierigaard nijpnaers
Goidschalxoord Goeschallekoord of Nazareth
Goudswaard De Korendaaik
Greup `’t Lêêpe Stouchie. Inwoners zijn Hokkendammers
handveger vloerverke
hark reif
Heinenoord De Noord. Inwoners zijn Worstebakkers.
het erf (de tuin) de wurruf
Het glanst/glimt heel erg ’t Glimt as ’n hondekullechie in de maneschijn
het weerbericht zei hij gaf op
higgendewig tussendoor
hoefde Hief
hooivork hooivurk
hun/zij hunnie
hun/zij heulie
In de herfst herfsttaaijje
ja jaat, beljaat
jeuk jok of juk
karnemelk kerremelk
Klaaswaal Lombok, of Klezwaol. Inwoners zijn Blieken
Klaaswaal en Numansdorp Sodom en Gomorrao
konijn knijn
Kop- of wendakker Veurhôôd
kunnen kennen
laarzen laerze
ladder leer
lange vinger sampa
liggen leggen
Maasdam Musdam. Inwoners zijn Groenjasse
machine mesjien
meisje maaisie
mesthoop mispit
Mijnsheerenland Meseereland. Inwoners zijn Horrekijkers
mistig déémstig
Molen Meule
morgen merrege
mug mézèk
mus mos
Muurtje Beertie
naast naest, neffe
nee nêênt, belnêênt, buneujnt
Nieuw Beijerland Naozereth. Inwoners zijn Krielfreters of Filepopers
Noordoostenwind Een hôôge wind
numansdorp takkenbossen
Numansdorp Numesdurp
oh oh oh bel bel bel
onkruidhakker schrepel
onlangs onderlest
ook ok
Oud Beijerlanders stoepie schaaiters
Oud-Beijerland Baailand, of Baaierland. Inwoners zijn Krieke(dieve), Stokkiesmanne, Kaeskoppe, Schrêêuwers
ouderwets oudverwest, of ouferwes(t)
overall ketelpak
paard paerd
Paardenbloem Zudessel of Zudissel
Pas op! Heb’erg
passant verbaaiganger
Piershil ’t Kraoienest. Inwoners zijn Kraoie
plastic plestiek
politie pliessie
prima boitegeweun
Puttershoek Pietersoek. Inwoners zijn Brokke
Raakte ik je? Roch ik ie?
Rat Rot
Rondje Roetjie
roos kooos
ruimte tussen dijk en dijkhuis hooloo
s’Gravendeler Seuter
schaap schaep
schoffel schrepel
Sint Anthoniepolder De Polder
slaap vaak
Slap Slop
slechte kwaliteit Pikepoelie
smeuïg smaai
spelen speulen
stond sting, stong
straks demee
Strijen Strien. Inwoners zijn Vullejaogers
Strijen Sas Sas. Inwoners zijn Sasse Blieke
Strijenaar Vullejaeger
stukje bietjie
tarwe terrow
Tegendraads Tegesporreleg
thuis thois
toch wel evelwel
trots grôôs
ui juin
varken verke
varkens verrekes
veel veul
veger en blik (vloer)verreke en blik
verf vurf of vurrow
visite in de avonduren kort-aêvende
vlieg mug
voederbieten mangels
vogel veugel
vorig jaar leste jaar
vork vurk
wangen kôône
welja beljanuk
welnee belneejnt
wendakker veurrôôd
Westmaas De Maes. Inwoners zijn Braaihappers
Westmaastenaar Brijhapper
woensdagavond swoenzuszaevus
wonen weunen
wortels, suikerbieten pee
zeis zaais
Zich lamlendig voelen D’n Baaierlander in je lijf hebben
zijn fiets hum fiets
zomer(s) summer(s)
zometeen drek
Zuid Beijerland Kouwe Histert
Zuid-Beijerland D’n Hitzert spreek uit : Dun Histert
Zwartsluisje ’t Sloisie

3 Hoekschewaardse weetjes

  1. De Buitesluis, of Numesdurp. Inwoners zijn Takkebosse
    De bronnen geven 2 geheimen prijs rond de naam “takkebosse”. Het eerste geheim gaat terug naar 1813, toen een garnizoen van 80 Hollandse soldaten vanuit Oud-Beijerland de batterij, wat nu het fort is, aanviel en takkenbossen in de gracht van de batterij gooide, om zodoende de batterij op de Fransen te kunnen veroveren. Het tweede geheim verhaalt, dat de naam “takkebosse” zijn oorsprong vindt in 1860. Toen werden bij de bouw van het fort grote hoeveelheden takkenbossen als fundering gebruikt. Het fort werd verder opgebouwd met grond; de afgraving hiervan staat nog steeds bekend als het “Gat van de Majoor”, een kleine waterplas bij het fort.
  2. Oud-Beijerland is gesticht op
    rotte kaas en onderwicht. Dit slaat bij mijn weten op de markten in Beijerland begin vorige eeuw waar IJsselmondenaren hun waar aanboden en dan weer terugvoeren. Het is een algemeen bekend gezegde onder Hoeksche Waarders en slaat op de Beijerlanders als niet te vertrouwen. Grote kans als je in gesprek met een oude Hoeksche Waarder de naam Oud Beijerland laat vallen dat hij/zij er automatisch ‘rotte kes an onderwicht’uitflapt.
  3. fielepopers zijn die bruine rietsigaren ofwel Lisdodde

Een Reactie op “Hoekschewaards dialect

  1. Pingback: Dialect | Hoeksche Waard

Plaats een reactie