Logement van Van Rij

Informatie over een logement naast theetuin Rustburg (voormalig terrein van jeu-de-boulevereniging De Beijerse Worp) in de jaren ’30.

OB Zinkweg Theetuin RustburgHier is het verhaal van de logementhouder Van Rij.

Op de Zinkweg, naast de zogenoemde theetuin van Rustburg, was ongeveer vanaf 1902 tot 1952 een logement gevestigd. Het logement werd gedaan door de vrouw van Hendrik van Rij (geboren 1888, overleden 06-08-1936). Hendrik z’n vrouw was Hendrina Boender, een dochter van Job Boender en Nelia Prins.

Het logement had o.a. één grote kamer waarin vijfentwintig ijzeren ledikanten
stonden. Onder in de kelder waren dan nog drie slaapkamertjes waar een gezin (man+ vrouw) konden slapen. In de grote slaapzaal, want dat was het eigenlijk, stonden ijzeren bedden, want die kon men goed afsoppen. Dit afsoppen gebeurde met lysol, wat erg goed ontsmette.

Dit was nodig om het ongedierte, zoals luizen en vlooien tegen te gaan. De mensen die daar sliepen waren n.l. meestal rondtrekkende venters, die af en toe ergens sliepen, maar zelden tot nooit in bad gingen. Een kattewas was meestal alles. Men noemde deze venters ook wel mikmakkers. Wanneer men slechts één nacht daar had geslapen, werd het beddengoed gewassen.

Hendrina was dan ook heel vroeg, vanaf vijf uur ’s morgens, bezig met het wassen en drogen van lakens. De was werd gekookt in een ketel die op een petroleumstel stond. Vooral ’s winters was het erg benauwd in huis, want er werd veel gestookt om de was binnen droog te krijgen. Vooral met de dekens gaf dit veel moeite om deze op tijd weer droog te hebben. Men had zomer en winterdekens. Deze werden ook zeer regelmatig gewassen. Dit alles werd op grote latten neergehangen om te drogen. Het was er bovendien benauwd, omdat er veel gerookt werd.

In de grote zaal langs de wand was een soort open kast met allemaal vakjes erin, waar men zijn spullen dan in neer kon leggen of zetten. Het slapen in het logement kostte , voor zover zoon Lourens van Rij (geboren 17-01-1921) zich dat kan herinneren, 40 cent per nacht. Je moest dan ’s avonds voor acht uur binnen zijn. Hoe laat je ’s morgens vertrok was niet belangrijk.

Wanneer het geregend had, zat iedereen om de kachel heen om zijn kleren te drogen. Sommige mensen hadden een zogeheten oliepak aan, dat was een pak wat in de lijnolie was gedoopt om het waterdicht te maken.

’s Avonds maakte de venters van varkenshaar zogenaamde tuitenborstels om de lampenglaasjes mee schoon te maken. Sommigen maakten tekeningen.
Als ze naar het toilet moesten, dan moesten ze naar buiten, naar het ‘huisje’.
Het gezin van Hendrik en Hendrina had zelf een toilet binnen. In de grote zaal stond altijd een emmer met water klaar, voor het geval er brand uitbrak.

In het weekend kon men in het logement ook eten voor het bedrag van zestig cent. Je kreeg dan wat aardappelen en groente en een karbonade. Soms ook pap toe. Voor tien cent kon je een kannetje thee bestellen en voor vijf cent een kop koffie. Voor zeven cent kon je een borreltje kopen en de was werd gedaan voor vijf cent per kledingstuk. Een arbeider verdiende in de jaren ‘30 ongeveer tien gulden per week.

Vader Hendrik verdiende zelf de kost door varkens te houden. Moeder Hendrina had al jarenlang een open been voor ze stierf. Zoon Lourens is met Cornelia Pegels getrouwd op 16-11-1951 te Klaaswaal. Cornelia Pegels is 14-01-1931 te Klaaswaal geboren. Lourens’ zus Zegertje trouwde met Adrianus Pegels, een oom van zijn vrouw. Zijn zus Hendrina trouwde met Joost Meinster en zijn zus Hendrika trouwde met Dirk Sterkman.

Carla de Jong

Plaats een reactie